Innovatiebudget, transparantie en de overheid. Een logische combinatie?

Een vraag die ik ontzettend veel krijg is hoe je omgaat met geld om tot innovatie te komen. Budgetten zijn binnen het openbaar bestuur gekoppeld aan doelstellingen die politiek bepaald zijn. Niet zomaar iets om andere initiatieven mee uit te proberen in het kader van innovatie. En: als je iets nieuws wilt doen, dan is er budget nodig. En dus gaan we geen nieuwe dingen doen. In deze blog mijn visie op de problematiek.

Innovatiebudget, transparantie en de overheid. Een logische combinatie?
Menno Spaan
Menno Spaan |
Blog
|

Tags

|

Fiddelen
Hans Schönfeld, hoofd innovatie bij de Nationale Politie, vond een collega die op zijn zolderkamer aan de slag ging met het maken van een nummerherkenner voor kentekens. Met eenvoudige technologieën lukte dit voor een bedrag van driehonderd euro. Normaal kost zo’n ding drieduizend euro. Ik gebruik het vaak als voorbeeld. Je hebt in het beginstadium nauwelijks budget nodig om innovatie tot stand te laten komen. Hans Schönfeld noemt dat ‘organizonderen’. Ik noem het ‘fiddelen’, wat vrij vertaald betekent dat je gewoon wat gaat aanklooien binnen bestaande budgetten.

Beschikbaar stellen van budget
Maar als een toepassing succesvol is, dan wil je deze wel gaan opschalen. En ja, dan komt het onvermijdelijke moment dat er budget beschikbaar gesteld moet worden. En daarvoor is het nodig om te weten wat je wilt bereiken. En bij innovaties weet je dat eigenlijk nog niet. Neem de provincie Zuid-Holland. Zij legden een innovatieve provinciale weg aan. Ze wilden zo min mogelijk CO2-uitstoot bij de aanleg en het onderhoud. Tot ze erachter kwamen dat het veel meer oplevert om energie op te wekken met de weg.

Ze bouwen feitelijk niet meer aan een weg, maar aan een energiecentrale

Zo wordt de weg niet alleen energieneutraal, maar CO2-negatief. Ze bouwen feitelijk niet meer aan een weg, maar aan een energiecentrale. En dat verandert ons denken volledig. Niet meer waar we naartoe willen, maar de warmte-koudestromen onder de grond en warmtevraag bij huishoudens en ondernemers in de buurt, bepalen waar we een weg gaan aanleggen. En zo zijn er veel meer voorbeelden hoe de mooiste innovaties oorspronkelijk eigenlijk voor iets heel anders bedoeld waren.

Strategieën voor innovatie
De innovatieve professionals in de publieke sector die ik heb ontmoet gaan allemaal verschillend om met 'de budgetvraag' als de fase van opschaling nadert. Het innoveren ‘onder de radar’ is populair: je gebruikt dan budgetten die wat minder helder gedefinieerd zijn of gewoon een heel ander budget, waarbij je in je verantwoording zegt dat het allemaal wel goed komt. Of je zet je innovaties juist in de politieke spotlights. Er komt dan al snel budget, waardoor je aan de gang kan. Het nadeel is dan wel dat je voortdurend in de verantwoordingsrapportages komt om uit te leggen hoe het gaat, en dat je project niet meer mag mislukken, want ja, politiek gezien moet het dan een succes worden. Mooie voorbeelden komen ook voort uit de Gateway Reviews als gevolg van de commissie Elias. Het zijn terechte checks om te voorkomen dat grote ICT projecten bij de overheid mislopen, maar oh zo killing voor innovatie. Een andere strategie is dat ondanks beperkt budget wordt gewerkt met de ‘riemen die we hebben’. Dat kan, maar alleen als je nog maar een heel klein stukje nodig hebt om een innovatie in praktijk, in het klein, te laten slagen, zodat je daarmee een casus opbouwt voor budget om verder op te schalen.

Publieke organisaties zijn innovatiever
Hoe gek het ook klinkt: publieke organisaties zijn innovatiever dan private organisaties. Ze zijn meer waardegedreven en hebben een langere adem om innovaties tot stand te brengen. Niet voor niets komen alle grote innovaties zoals GPS of het algoritme van Google oorspronkelijk voort uit publiek gefinancierde organisaties. Bij private organisaties staat het rendement meer centraal. Het gaat dan al snel om de tijd die nodig is om een innovatie renderend te maken. Als daar geen goed perspectief op is, dan wordt niet ingestapt.

Publieke organisaties moeten zich meer bewust zijn van hun rol als aanjager van innovatie

Innovatiebudget en transparantie
Ik vind dat publieke organisaties zich meer bewust moeten zijn van hun rol als aanjager van innovatie. Het is een rol die nu wordt ingevuld en gefinancierd tussen de regels door. In het FD schreef ik daar al een keer iets over. Maak dit expliciet. In het bedrijfsleven wordt budget toegekend dat uitsluitend wordt gebruikt voor innovaties. In de farmaceutische industrie is dat 20%, in de elektronica 8% en in de olie-industrie 2%. Doe dat ook in de overheid. Vrijblijvend? Ja en nee. Ja, want je weet niet waar het toe gaat leiden, hobbyisme ligt op de loer. Nee, want je kunt eisen stellen aan het aantal ideeën dat wordt voortgebracht, dat werkbaar is en verder wordt gebracht. En dat laat zich prima uitrekenen in rendement. Als je het effect van beleidsdoelstellingen kunt evalueren, dan kun je dat ook met het effect van deze doelen. Een kwestie van goede monitoring dus.

En dan een bijkomend voordeel: de mengeling van taken die in het publieke domein worden uitgevoerd: efficiënt overheidstaken uitvoeren, tegemoetkomen aan eisen van rechtmatigheid (wat weer niet efficiënt is) en nadenken over nieuwe werkwijzen, wordt hiermee meer inzichtelijk. Het maakt transparant wat je op deze gebieden wilt bereiken. Aan innoverende ambtenaren die dingen mis laten lopen heeft de burger geen behoefte. Aan helderheid op deze gebieden en zicht op de realisatie wel.

Nieuwsbrief

Niets missen op het gebied van publieke vernieuwing? Iedere week stellen wij met veel aandacht een nieuwsbrief samen over een thema. Vink aan waarover u de nieuwsbrief wilt ontvangen.

Onze nieuwsitems zijn kort en zonder PR-praat. Wij respecteren uw privacy.